Woningen uit de periode 1966-1975 vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de Nederlandse woningmarkt. Deze woningen werden gebouwd in een tijd waarin de eisen op het gebied van energiezuinigheid nog in ontwikkeling waren.
- 2025-01-26T19:25:04Z
🏷 energiezuinig maken woning 🏷 bouwjaar woning tussen 1966 en 1975
Woningen uit de periode 1966-1975 vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de Nederlandse woningmarkt. Deze woningen werden gebouwd in een tijd waarin de eisen op het gebied van energiezuinigheid nog in ontwikkeling waren. Dit artikel biedt eigenaren van dergelijke woningen een overzicht van de typische isolatiekenmerken en de mogelijkheden voor verbetering.
Kenmerken van Woningen uit 1966-1975:
De bouwperiode kent twee fases. In de beginjaren (tot begin jaren '70) was er weinig aandacht voor energiebesparing. Dit resulteerde in:
- Ongeïsoleerde spouwmuren: Vaak ontbrak spouwmuurisolatie volledig.
- Enkel glas: Standaard toegepast, met aanzienlijk warmteverlies.
- Ongeïsoleerde vloeren: Zowel houten als betonnen vloeren waren doorgaans niet geïsoleerd.
- Introductie CV: Collectieve en individuele CV-systemen en convectorputten deden hun intrede.
Na de energiecrisis begin jaren '70 werden er strengere eisen gesteld:
- ‘Ouderwets’ dubbel glas: Vaak in woonvertrekken, soms nog enkel glas in slaapkamers.
- Bredere spouwmuren: Gemiddeld 60-80 mm, maar nog steeds zonder isolatie.
- Verbeterde kierdichting: Maar nog niet optimaal.
- Lokale verwarming: Hier en daar nog (gas)kachels of keukenboilers.
Veelvoorkomende ‘Problemen’:
Deze woningen kunnen diverse isolatie-gerelateerde problemen vertonen:
- Warmteverlies: Door ongeïsoleerde spouwmuren, daken (pannen en platte daken), vloeren (hout en beton), en aanbouwen.
- Koude voeten: Door ongeïsoleerde vloeren, mogelijk in combinatie met een kwaaitaalvloer of mantavloer met betonrot.
- Verouderde kozijnen: (Ongeïsoleerde) kunststof kozijnen die aan vervanging toe zijn.
- Tocht: Door koudeval en suboptimale kierdichting.
- Ouderwetse verwarming: Grote radiatoren die hoge temperaturen vereisen en ongeïsoleerde convectorputten.
- Overige problemen: Slechte dakbedekking (mastiek), oude meterkasten en mogelijk asbest.
Energiezuinig Maken: Een Stapsgewijze Aanpak
Het energiezuinig maken van deze woningen draait om isolatie, ventilatie en energieopwekking. Het is raadzaam om grote maatregelen te combineren met natuurlijke momenten, zoals een vloer- of kozijnvervanging.
Stap 1: Isoleren – De Belangrijkste Eerste Stap
Begin met de componenten waar het meeste warmteverlies optreedt: spouwmuren, daken en vloeren. Luchtdicht isoleren is cruciaal. Zorg voor een zorgvuldige uitvoering om latere tekortkomingen te voorkomen.
Isolatiepakket voor Woningen uit 1966-1975:
- Muurisolatie:
- Spouwmuurisolatie: Indien de spouw diep genoeg is.
- Binnen- of buitengevelisolatie: Bij een ondiepe spouw, met een Rc-waarde van minimaal 3,5 (LTV-ready).
- Dakisolatie:
- Aan de binnen- of buitenzijde, met een Rc-waarde van minimaal 4,5 (LTV-ready).
- Vloerisolatie:
- Kruipruimte (min. 50cm diep): Vloerisolatie met een Rc-waarde van minimaal 3,5 (LTV-ready), bij vloerverwarming minimaal 4,5 (LTV-ready).
- Ondiepe kruipruimte: Bodemisolatie als alternatief.
- Isolerend glas:
- Goede kozijnen: HR++ glas.
- Kozijnen aan vervanging toe: HR+++ glas.